(Openbaring 1: 5b, 6)
Wij aanvaarden als grondslag de Waarheid Gods, zoals die in de Bijbel, Gods Woord, tot ons komt
(2 Timotheüs 3:16, Johannes 17:17).
Wij geloven en belijden:
– dat ieder mens door de zondeval (Genesis 3 en Romeinen 3:9-18) onder Gods oordeel is;
– dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft (Johannes 3:16) als verlossing van de zonde;
– dat iemand alleen deel kan hebben aan de verlossing, die in Christus is, door persoonlijk geloof en bekering(Johannes 3:36);
– dat ieder die de Here Jezus Christus aangenomen heeft (Johannes 1:12), wedergeboren is en inwoning ontvangen heeft van de Heilige Geest (Efeziërs 1:13,14),
behoort tot het lichaam van de Here Jezus Christus (Hij is het Hoofd) en door de doop in Jezus Christus(Romeinen 6:3-6) een nieuwe schepping is geworden
(2 Korinthiërs5:17), van welke zekerheid hij of zij openlijk getuigenis geeft door zich te laten dopen in water;
– dat het Avondmaal de tafel des Heren is (1 Korinthiërs 10:21) tot Zijn gedachtenis (1 Korinthiërs 11:23-26)waaraan Hij al de Zijnen nodigt
(1 Korinthiërs 11:28,29).
Wij stellen ons tot doel de Naam van de Here Jezus Christus te verkondigen (Handelingen 1:8),
Hem groot te maken, Hem te blijven verwachten (1 Tessalonicenzen 1:9,10)
en de gelovigen op te bouwen in het allerheiligst geloof en toe te rusten tot dienstbetoon tot opbouw van het lichaam van Christus (Efeziërs 4:12-16).
Wij erkennen als Heer en Hoofd van de gemeente de Zoon van God (1 Korinthiërs 12), onze Here Jezus Christus ,
die Zijn Gemeente leidt door Zijn Heilige Geest (Johannes 16:13-15).
In afhankelijkheid van Hem erkennen wij oudsten. De oudsten geven leiding aan de gemeentelijke arbeid (1 Timotheüs 3:1-7 en Titus 1:6-9).
Bij het (tijdelijk) ontbreken van oudsten draagt de gemeente leiding en beheer op aan een broederraad, die daarbij verantwoording schuldig is aan de gemeente.
Wanneer iemand tot onze gemeente wenst toe te treden, kan hij/zij zich daartoe aanmelden bij één van de oudsten of broeders van de raad. Oudsten of broeders van de raad zullen dan onderzoek doen naar zijn/haar geloof en wandel.
Wij vragen van onze medeleden:
– een wandel overeenkomstig:
(Efeziërs 4:1-6),
(Efeziërs 2:10);
– onderwerping aan vermaning van oudsten of broeders van de raad (1 Timotheüs 5:17-20).
Bij volharding in verkeerde wandel zal de weg gevolgd worden, zoals staat in (Mattheüs 18:15-17),
waarbij de laatste stap zal zijn: Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg (1 Korinthiërs 5:11-13): uitsluiting.
We houden in het begin van elk kalenderjaar een jaarvergadering. Op deze vergadering doen we verslag van alle arbeid van de gemeente.
Zo dikwijls als nodig is, houden wij een bijzondere gemeentevergadering. Leden van de gemeente ontvangen daarvoor tenminste vijf dagen tevoren een schriftelijke uitnodiging.
Zo nodig worden besluiten ter vergadering in stemming gebracht. Daarbij hebben alle aanwezige leden stemrecht. Stemming geschiedt in de regel over zaken met handopsteking en over personen met gesloten briefjes.
Oudsten of broeders van de raad stellen een voorzitter, secretaris en penningmeester aan.
Standpunt broederraad betreffende het huwelijk.
Wat is Gods bedoeling betreffende het huwelijk?
Genesis 2:24 (Staten Vertaling)
Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot een vlees zijn.
In dit gedeelte gaat het om 3 principes:
Met andere woorden: op zichzelf kunnen staan
aanhangen, kleven, dicht blijven bij, zich houden aan, zich aansluiten bij
Met andere woorden: trouw zijn aan je eigen vrouw
De huwelijks gemeenschap
Alles wat hiervan afwijkt is niet de HEERE God’s bedoeling van het huwelijk.
Dit principe wordt 2 maal door de Here Jezus genoemd:
Mattheüs 19:4-6 (Telos Vertaling)
Hij antwoordde echter en zei: Hebt u niet gelezen dat Hij die hen heeft geschapen, hen van het begin af als man en vrouw heeft gemaakt en gezegd heeft: ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot een vlees zijn’? Dus zijn zij niet meer twee maar een vlees. Wat dan God heeft samengevoegd, laat een mens dat niet scheiden.
Marcus 10:5-9 (Telos Vertaling)
Jezus nu zei tot hen: Om de hardheid van uw hart heeft hij u dit gebod geschreven; van het begin van de schepping echter heeft Hij hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt. ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot een vlees zijn’, zodat zij niet meer twee maar een vlees zijn. Wat dan God heeft samengevoegd, laat een mens dat niet scheiden.
Dit principe wordt ook toegepast op de nog diepere eenheid die er is tussen Het Hoofd van de Gemeente; de Here Jezus en de Gemeente het lichaam van de Here Jezus.
Efeze 5:30-33 (Telos Vertaling)
Want wij zijn leden van zijn lichaam, van zijn vlees en van zijn gebeente. ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn’. Deze verborgenheid is groot, maar ik doel op Christus en op de gemeente. In elk geval, ook u, laat ieder van u zijn eigen vrouw zo liefhebben als zichzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
Het onderstaande gedeelte geeft aan het principe van: “zij zullen tot een vlees zijn”
1 Korinthe 6:16-20 (Telos Vertaling)
Of weet u niet, dat wie een hoer aanhangt, een lichaam met haar is? ‘Want die twee’, zegt Hij, ‘zullen tot een vlees zijn’. Maar wie de Heer aanhangt, is een geest met Hem. Ontvlucht de hoererij! Elke zonde die een mens doet, gaat buiten het lichaam om, maar wie hoereert, zondigt tegen zijn eigen lichaam. Of weet u niet, dat uw lichaam de tempel is van de Heilige Geest die in u is, die u van God hebt, en dat u niet van uzelf bent? Want u bent voor een prijs gekocht; verheerlijkt dan God in uw lichaam!
Wat is het principe van samenwonen?
Het woord “samenwonen” wordt 2 maal in de NBG 1951 Vertaling gebruikt:
Genesis 36:7 (NBG 1951 Vertaling)
Want hun have was te veel dan dat zij konden samenwonen, en het land hunner vreemdelingschap kon hen niet onderhouden vanwege hun kudden.
In dit gedeelte gaat het over Jakob en zijn gezin en alle bezittingen en Esau en zijn gezin en zijn bezittingen die door vele bezittingen niet samen konden wonen. Dit heeft niet direct te maken met het huwelijk van een man en een vrouw.
Mattheüs 1:18 (NBG 1951 Vertaling)
De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest.
Dit gedeelte laat duidelijk zien:
De ondertrouw was om duidelijk te maken dat de man en de vrouw zouden gaan trouwen.
Het samenwonen volgde nadat het huwelijk gesloten was.
Het zelfde woord voor “samenwonen” wordt ook gebruikt in:
1 Korinthe 7:4,5 (Telos Vertaling)
De vrouw heeft geen gezag over haar eigen lichaam, maar de man; en evenzo heeft ook de man geen gezag over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. Onttrekt u niet aan elkaar, tenzij dan met onderling goedvinden, voor een tijd, opdat u zich aan het gebed wijdt en daarna weer samen bent, opdat de satan u niet verzoekt, omdat u zich niet kunt onthouden.
Dit gedeelte geeft aan dat samenwonen te maken heeft met: “zij zullen tot een vlees zijn”.
Nergens in Gods Woord is er sprake van ongehuwd samenwonen.
Romeinen 14:23 (Telos Vertaling)
en alles wat niet op grond van geloof is, is zonde.
Wat is onze verantwoordelijkheid?
1 Thessalonicenzen 4:3-8 (Telos Vertaling)
Want dit is de wil van God: uw heiliging, dat u zich onthoudt van de hoererij; dat ieder van u zijn eigen vat weet te bezitten in heiliging en eerbaarheid (niet in begerige hartstocht, zoals de volken die God niet kennen) en dat men zijn broeder geen onrecht aandoet en hem bedriegt in die zaak; want de Heer is een wreker van dit alles, zoals wij u ook vroeger gezegd en ernstig betuigd hebben. Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar in heiliging. Daarom, wie dit veracht, veracht niet een mens, maar God, die u ook zijn Heilige Geest heeft gegeven.
Het woord “vat” heeft te maken met het lichaam.
In de Herziene Staten Vertaling (HSV) wordt het woord “vat” vertaald met: lichaam.
In de Leidse Studiebijbel 2013 (LSB13) wordt het woord “vat” vertaald met: vrouw.
Romeinen 12:1-2 (Staten Vertaling)
Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.