In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik den Heer, gezeten op een troon, hoog en verheven; en zijn slippen vulden het paleis. Serafs stonden bij hem; elke had zes vleugels: twee om het gelaat, twee om de voeten te bedekken, en twee om te vliegen. Zij riepen elkander toe en zeiden: Heilig, heilig, heilig is Jahwe der heirscharen; de ganse aarde is vol van zijn heerlijkheid! De posten der drempels trilden van dat geroep, en het huis werd met rook gevuld. Toen zeide ik: Wee mij, ik ben verloren! Want ik, een mens met onreine lippen en die te midden van een volk met onreine lippen woon, ik heb met eigen oog den koning, Jahwe der heirscharen, gezien. Maar een der serafs vloog naar mij toe met een gloeiende kool, die hij met een tang van het altaar genomen had, raakte daarmee mijn mond aan en zeide: Nu deze uw lippen aangeroerd heeft, wijkt uw schuld en wordt uw zonde verzoend. Daarop hoorde ik den Heer zeggen: Wien zal ik zenden, en wie zal voor ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik; zend mij.
Jesaja 6:1-8
Hieronder leest u over 7 typen van de Opname van de Gemeente. Onlangs hoorde ik van een broeder dat er nog een type te vinden is van de Opname van Gemeente in het Oude Testament en dat is in het boek Jesaja.
In het bovenstaande gedeelte staat:
zag ik den Heer, gezeten op een troon,hoog en verheven
We lezen in Openbaring 4 over Johannes die Opgenomen (Klim hierheen op) is:
Terstond kwam ik in [de] Geest; en zie een troon stond in de hemel en er zat Iemand op de troon; en die daarop zat, was van aanzien een jaspissteen en sardiussteen gelijk; en rondom de troon was een regenboog, van aanzien een smaragd gelijk; en rondom de troon waren vierentwintig tronen, en op de tronen zaten vierentwintig oudsten, bekleed met witte kleren en op hun hoofden gouden kronen. En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven Geesten van God.
Openbaring 4:2-5
De profeet Jesaja is diep onder de indruk van hetgeen hij mag zien:
Toen zeide ik: Wee mij, ik ben verloren! Want ik, een mens met onreine lippen en die te midden van een volk met onreine lippen woon, ik heb met eigen oog den koning, Jahwe der heirscharen, gezien.
Jesaja en Johannes mochten voor de troon van de HEERE staan.
Wat is onze reactie als we bedenken dat de wegrukking (harpazo) van de Gemeente er is en wij ook voor de troon in de hemel zullen staan. Ons aardse lichaam is dan veranderd in een eeuwig lichaam.
Want ons burgerschap is in [de] hemelen, waaruit wij ook [de] Heer Jezus Christus als Heiland verwachten, die het lichaam van onze vernedering zal veranderen tot gelijkvormigheid aan het lichaam van zijn heerlijkheid, naar de werking van de macht die Hij heeft om ook alles aan Zich te onderwerpen.
Filippenzen 3:20
Aan Jesaja werd een vraag gesteld door de HEERE en hij gaf een bijzonder antwoord.
Daarop hoorde ik den Heer zeggen: Wien zal ik zenden, en wie zal voor ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik; zend mij.
Zijn wij bereid om te datgene te doen wat de HEERE van ons vraagt?
De HEERE JEZUS gaf eenzelfde antwoord als Jesaja.
Daarom zegt Hij bij zijn komen in de wereld: ‘Slachtoffer en offerande hebt U niet gewild, maar U hebt Mij een lichaam toebereid; in brandoffers en zondoffers hebt U geen behagen gehad. Toen zei Ik: zie, Ik kom (in [de] boekrol is over Mij geschreven) om uw wil te doen, O God!’
Hebreeën 10:5-7
We hebben een geweldige toekomst in de HEERE JEZUS.
We mogen met vreugde daarnaar uitzien.
Want de genade van God, heilbrengend voor alle mensen, is verschenen en onderwijst ons, dat wij met verzaking van de goddeloosheid en de wereldse begeerten ingetogen, rechtvaardig en godvruchtig zouden leven in deze tegenwoordige eeuw, in de verwachting van de gelukkige hoop en verschijning van de heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Jezus Christus, die Zichzelf voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons van alle wetteloosheid verloste en Zichzelf een eigen volk reinigde, ijverig in goede werken.
Titus 2:11-14
Luut Lise
Teksten: OT Leidse Studie Bijbel
NT: Telos Vertaling
De OPNAME van de Gemeente
Genesis 5:24 μετέθηκεν (LXX) opgenomenà Hebreeën 11:5
NBG Genesis 5:24
En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen.
2 Koningen 2:1,11 Voer ten hemel
NBG 2 Koningen 2:11
En, terwijl zij voortgingen, al wandelende en sprekende, zie, een vurige wagen en vurige paarden! en die maakten scheiding tussen hen beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel.
Marcus 16:19; Handelingen 1:9-11
Openbaring 12:5 HARPAZO; weggevoerd
Handelingen 8:39 HARPAZO; nam weg
2 Korinthe 12:2-4 HARPAZO; weggevoerd
1 Thessalonicenzen 4:17 HARPAZO; weggevoerd
Openbaring 4:1 ἀνάβα Klimt hierheen op
NBG Openbaring 4:1
Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet.