Overdenking

Want dit zeggen wij u door het woord van de Heer, dat wij,

Zie het Lam van God

Johannes 1:29m, 36b

Aan het eind van de maand vieren we de voorjaarsfeesten. Daarmee begint de kalender van de Here God (Leviticus 23). Niet met een nieuwjaarsdag. Maar met het nemen van een lam op de tiende dag van de eerste maand (Exodus 12:2-5). Wij noemen het Palmpasen, de dag waarop de Israëlieten de Here Jezus verwelkomden als de Koning van Israël (Johannes 12:13).

De Israëlieten moesten het lam bewaren om te slachten op de veertiende dag van de eerste maand in de avondschemering (Exodus 12:16). Het vlees moesten ze dezelfde nacht op het vuur gebraden eten (Exodus 12:8-9). Er mocht niets van overblijven (Exodus 12:10). Maar het bloed, gestreken aan beide deurposten en de bovendorpel van de deur van het huis waarin men het at, diende tot een teken van voorbijgaan (Exodus 12:7, 11b-13).

Hogepriester Kajafas sprak profetisch, dat de Here Jezus zou sterven voor het volk en de kinderen van God (Johannes 11:50-52).

Toen de Here God van Abraham het nageslacht als brandoffer eiste, sprak Abraham profetisch:

“God zal Zichzelf voorzien van een lam ten brandoffer” (Genesis 22:2 en 8).

Petrus stelt, dat het kind van God vrijgekocht is door het kostbare bloed van Christus, een onberispelijk en vlekkeloos Lam (I Petrus 1:18-19).

Johannes ziet het Lam, geslacht, in het middelpunt van de hemel (Openbaring 5:6a). Het Lam heeft met Zijn bloed mensen (vrij)gekocht uit elke stam, taal, volk en natie (Openbaring 5:9b).

Christus is voor ons als Paaslam geslacht (I Corinthiërs 5:7b). Paulus verbindt dit aan het aansluitende Feest van de ongezuurde broden (I Corinthiërs 5:8). Op de veertiende dag van de eerste maand moet alle zuurdeeg, alles wat gezuurd is, weggedaan worden (Exodus 12:15). Tot op de eenentwintigste dag, zeven dagen lang, mag er niets gezuurds, geen zuurdeeg, gevonden worden (Exodus 13:7).

Er is een strikte scheiding tussen oud en nieuw op het moment van het voorbijgaan van het oordeel. Daarvoor mag niet van de nieuwe oogst gegeten worden. Eerst moet op de dag na de sabbat, de eerste dag van de week, de eerste garve van de nieuwe oogst aan de Here God aangeboden worden (Leviticus 23:10-11, 14).

Bij het binnengaan van het beloofde land komen deze feesten samen. Op de tiende dag van de eerste maand gaat het volk Israël door de Jordaan (Jozua 4:19). Dan volgt de besnijdenis (Jozua 5:2-3), voorwaarde om aan het Pascha te mogen deelnemen (Exodus 12:48b-49). Op de veertiende dag van de eerste maand in de avondschemering vierden de Israëlieten het Pascha (Jozua 5:10). En vanaf de dag daarna aten zij van de opbrengst van het land (Jozua 5:11).

En hoe is het met jou? De Here God heeft voorzien in een Lam, Zijn Zoon, de Here Jezus, om jou vrij te kopen van het oordeel. Heb jij jouw eigen, oude leven de rug toegekeerd? Is je hart besneden (Romeinen 2:29, Colossenzen 2:11-13)? Heb je de Here God gedankt voor het Offer, Zijn Zoon, de Here Jezus, Dat jou vrijkoopt van het oordeel (Romeinen 3:23-26)?

Dan mag je leven een feest zijn in reinheid en waarheid (I Corinthiërs 5:8).

Alvast prettige Feestdagen!

Klaas Zondervan